Een natuurlijke afrijping op het einde van het teeltseizoen verloopt te traag, wat resulteert in slechtere vruchtkwaliteit. In de praktijk wordt op het einde van het teeltseizoen (veelal november - december), wanneer de planten getopt zijn en de vruchten van de laatste drie trossen uitgegroeid zijn, ethefon (Bayer Crop Science) toegepast op de vruchten. Het gespoten ethefon wordt door de plant opgenomen en omgezet tot ethyleen dat vervolgens een versnelde afrijping van de vruchten veroorzaakt. Dit zorgt voor een betere vruchtkwaliteit dan bij natuurlijke afrijping die op dat moment van het jaar te traag verloopt. Door de kortere afrijpingsperiode stijgt de productie per m². Deze groeiregulator wordt door nagenoeg alle Vlaamse tomatentelers toegepast. Het betreft hier ongeveer 10% van de totale jaarproductie van tomaat. Het gebruik van ethefon op het einde van het teeltseizoen wordt echter steeds meer in vraag gesteld omwille van mogelijk toxiciteit via inwerking op de ontwikkeling en het functioneren van het zenuwstelsel bij de mens. Hierdoor werd de MRL enkele jaren geleden al verlaagd, maar onder druk vanuit groene NGO’s komt er meer en meer vraag naar ethefon-vrij product.
Om toch kwalitatief goede vruchten te blijven produceren op het einde van het jaar, is het nodig voor de sector om alternatieven te zoeken voor ethefon. Het toepassen van ethyleen als gas in de serre of het in vivo opwekken van de eigen ethyleenproductie zijn mogelijke residuloze alternatieven voor het ethefon gebruik. Het toepassen van ethyleen in een tomatenteelt is vanaf juli 2017 officieel erkend in de tomatenteelt. Telers mogen ethyleen begassen vanaf 6 weken voor einde teelt, met een maximum concentratie van 0,5ppm. Het toepassen van ethyleen dient te gebeuren tijdens de nacht. De volgende alternatieven voor ethefon zullen onderzocht worden:
Projectnummer: 135073
Projecttype: LA-traject
Contactpersoon: Julie Moelants